Ontwerp / bouw van de Wadders: 1973 - 1980

 

De Wadder is ontworpen door Jaap Kramer en Wim de Bruijn. Wim de Bruijn is tegenwoordig hoofdredacteur van Spiegel der Zeilvaart. Een interview door Willem Jan Hagens (december 2009).

 

Hoe zag uw samenwerking met Jaap Kramer eruit? 
WdB: "We werkten zo'n 12 jaar samen, van begin jaren '70 tot 1984. Toen ben ik overgestapt naar het uitgeven van boeken en tijdschriften, en heeft Jaap nog heel wat boeken voor me geschreven. Maar in die 12 jaar hadden we een ontwerpburo, Jachtbouw en Watersport. Verder schreven we boeken op watersportgebied. We hebben b.v. de Argokruiser ontworpen, een motorjacht van 9 meter van polyester met een sandwichconstructie, heel apart voor die dagen, en de Pepper, een polyester zeilbootje waar er zo'n 40 van gemaakt zijn. Daarna kwam de Wadder."

 

Hoe kwamen jullie op het idee van de Wadder? 
WdB: "Jaap en ik hadden een botter, de Pieternel, en daarmee zeilde ik 's zomers met gasten. Ik was 21 en de schipper, zeg maar. Dat was een hele leerzame periode. Onze ervaringen met de Pieternel vind je terug in het ontwerp van de Wadder. We wilden een moderne platbodem maken, en hebben gekeken wat nu de ideale eigenschappen zijn van een platbodem en hoe je die kan moderniseren. Bijvoorbeeld een bakdek om een zo maximaal mogelijke kajuit te krijgen. Verder kan het platte vlak dienen als ballast. Dat is niet echt een originele vondst, want alle stalen schokkers en platbodems hadden dat al. En een hele grote kuip leek ons ideaal en gescheiden slaapplaatsen voor- en achterin. Voorts een midzwaard om op het Wad te kunnen droogvallen.

 

Als je ankert moet je stevig kunnen staan, daarom hebben we dat voorpiekje zo gemaakt, met een klapmutsje, dat is dat kleine overdekte stukje van de neus. De rand geeft een behoorlijk houvast, want we wilden geen hoge railing maken. Nadeel is wel dat je over de kajuit naar voren moet, maar je hoeft daar niet zo vaak te zijn, eigenlijk alleen maar om te ankeren.

 

De scheg loopt mooi toe, maar hij moest wel breed zijn, want er moest een keerkoppeling in passen. Het roer past daar weer mooi achter. Helaas is dat roertje wat aan de kleine kant, maar dat moest wel, omdat je moest kunnen droogvallen. Je krijgt dan een te grote roeruitslag, en dat remt.

 

Die ronde patrijspoortjes kozen we uit nostalgische overwegingen, bovendien waren ze goedkoper. Dat was in die tijd erg belangrijk, want er was niet veel geld. Voor de watertanks namen we bijvoorbeeld drukvaten voor de CV kachel van elk 220 liter. Dat waren gegalvaniseerde vaten die in serie werden gemaakt, en die kostten niet veel, ik meen zes tientjes. We hebben in feite de kuip aangepast aan die vaten. Zo kwamen we stap voor stap tot een ontwerp."

 

En toen?

WdB: "Toen hebben we een model gemaakt van karton. Dat had nog kimkielen, later werd dat het midzwaard. En het echte tekenwerk begon.

We hebben de Wadder bij prof. Gerritsma in Delft laten doorrekenen. Ondermeer om te zien hoe lang het duurt voor het water bij de kuiprand komt. Dat viel reuze mee. Ook omdat we de boot een beetje ondertuigd hadden gemaakt. We konden de mast niet zo hoog maken, omdat hij alleen maar een beetje ballast in de bodem had. Daarna ging de boot in productie.

 

De eerste Wadders werden bij Bocxen in Ter Aar gebouwd, een echte binnenvaartwerf, die kon er maximaal vijftien per jaar bouwen. Toen zijn we naar Conavroegh gegaan, die bouwde motorkruisers in serie, zo'n 75 per jaar. Conavroegh verving ook het Renault benzinemotortje, dat overigens liep als een naaimachientje, voor een diesel. Het nadeel was dat ze weinig verstand van zeilen hadden, zodat je ze precies moest uitleggen waar een blokje moest komen. Een voordeel was dat ze een geweldige spuitcabine hadden, zodat ze goed in de verf kwamen te

zitten: eerst menie en verder een Sikkens verfsysteem.

Het was mijn taak in die tijd, tussen 1974 en 1977 om proefvaarten te maken met de toekomstige eigenaren. Mijn top was vijf schepen op een dag. Een Wadder kostte zo'n fl 45000,-, kompleet uitgerust. Een casco ging voor fl 10000,-. Ik heb zelf een casco afgetimmerd. Daarna heb ik nog vier jaar met mijn gezin in die Wadder gevaren, weer of geen weer. We hebben er ontzettend veel plezier mee gehad.